Onder de titel Jip en Janneke schreef Annie M.G. Schmidt diverse kinderverhalen. De verhaaltjes gaan over het dagelijks leven van twee buurkinderen: Jip en Janneke. Zij beleven van alles: ze worden jarig, stampen in de regenplassen, gaan op bezoek bij oma, maken een legpuzzel en doen de poppenwas. De hond Takkie en de poes Siepie zijn belangrijke nevenfiguren. Ook hun ouders komen er vaak in voor, in het bijzonder de moeder van Jip.